De tekeningen in deze galerie staan (of stonden) elders op deze website. Ze dien(d)en daar als illustratiemateriaal. Veelal tonen ze de erbarmelijke toestanden in het kamp. Een enkele keer echter zijn zij ook een uiting van de dromen en de hoop op een betere toekomst. De tekeningen waren na afloop van de oorlog soms belangrijke documenten in de processen tegen de SS-aangeklaagden. Vaak ook waren ze een steun en een troost voor de gevangenen. Veel kunstenaressen zijn in het kamp vermoord. Een groot aantal van hun tekeningen is eveneens voor de mensheid verloren gegaan. Het vastleggen van het kampleven was een moeilijke klus; je moest ongemerkt aan materiaal zien te komen, en de papiertjes vervolgens zien te verstoppen.
France Audoul
France Audoul was lid van het verzet in Frankrijk. Zij werd in 1944 als “Nacht- und Nebel” gevangene naar Ravensbruck gedeporteerd. Haar tekeningen werden in 1966 onder de titel “150000 femmes en fer” in Frankrijk tentoongesteld. De Française France Audoul tekende op van de SS gestolen stukjes papier.
Aat Breur – Hibma
De verzetsstrijdster Aat Breur werd in november 1942 gearresteerd en later naar Ravensbrück gedeporteerd. In de weinige vrije uren tekende zij vooral medegevangenen. Aat die de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten in Den Haag had gevolgd verklaarde later: “De verschrikkingen kon ik niet tekenen.”
De tekeningen zijn in beheer van het Rijksmuseum in Amsterdam.
Vrouw met leeg kroesje staat te wachten naast een lege ketel van de koolraapsoep.
Begräbnis.
De dodenkar die dagelijks door het kamp reed en zijn vracht afleverde bij het crematorium. (Uit: Een verborgen herinnering door Dunya Breur, met tekeningen van haar moeder Aat Breur-Hibma uit Ravensbrück). Aat Breur-Hibma later: “Als ik na de oorlog zo’n luxe zwarte begrafeniswagen langs zag rijden, dacht ik verbaasd; zoveel drukte voor één lijk?”
Duits jongetje.
De Grote tent.
Eind 1944 was de situatie onhoudbaar. Het kamp was al overvol en tussen de barakken werd een tent geplaatst voor de nieuwkomers. In deze tent stierven soms meer dan 20 vrouwen per dag. De SS durfde de tent niet meer in uit angst voor besmetting.
Portret van een overleden meisje.
Getekend als aandenken voor haar familie. Het is de veertienjarige Jolan Lebovic uit Kroatië. In de ziekenbarak werd Aat soms gevraagd een portret van een overledene te maken voor het lichaam weggehaald en vernietigd zou worden. De portretten moesten snel worden gemaakt.
Kind aan de hand van haar moeder.
De levenskansen van kinderen in het kamp waren vrijwel nihil.
Violette Lecoq
Violette Lecoq was was lid van het verzet in Frankrijk. Op 31 october 1943 kwam zij als “Nacht- und Nebel” gevangene aan in Ravensbruck. Haar tekeningen waren belangrijke documenten in het eerste Hamburger – Ravensbruckproces in 1946/1947. Eerste publicatie in 1948 te Parijs onder de titel “Temoignages”
Hygiëne.
De tekeningen van de Française Violette Lecoq zijn na de oorlog gebruikt als belangrijke documenten in de processen tegen aangeklaagde SS’ers.
Op appèl staan
Atie Siegenbeek – van Heukelom
Atie Siegenbeek – van Heukelom geeft met haar tekeningen, die zij vlak na de bevrijding heeft gemaakt, een impressie gegeven van de wederwaardigheden van Nederlandse vrouwen, die via Ravensbrück naar het arbeidscommando Telefunken in Reichenbach werden gestuurd. Al in 1945 verscheen in ’t Venster nr. 6 van de RVD, het verslag van Atie over haar ervaringen gedurende de oorlog voorzien van haar tekeningen. Deze tekeningen en Atie’s borduurwerken behoren tot de vaste collectie van het Rijksmuseum.
Aankomst op 9-9-1944. Na drie dagen reizen in een beestenwagon, zonder water en bang om te stikken, moesten de vrouwen de nacht doorbrengen in de buitenlucht.
Ravensbrück. Straf-appèl.
‘Facharbeiterinnen.’
‘Medisch onderzoek’ van vrouwen die te werk werden gesteld. “Er kwamen twee in uniform geklede mannen aan. Later vernamen wij dat een van hen een arts en de andere een tandarts was. We werden in rijen opgesteld en moesten, nog steeds naakt, langs hen lopen, maar ze bekeken alleen onze handen. Ik ben bang dat wij ons schaamden omdat we toen nog niet wisten dat niet wij maar zij schaamteloos waren.”
‘Schulosen-Kommando’.
“Onze schoenenpositie was langzamerhand zoo erbarmelijk slecht dat degenen, die na keuring werkelijk niets draagbaars meer hadden, thuis mochten blijven.’
De tekening heeft betrekking op haar verblijf in Reichenbach.”
‘Zugangsblock’.
Beeld van de overvolle barakken in het kamp.
Bevrijding.
Achter prikkeldraad dromen over vrijheid.
Nachtelijk appèl.
Illustratie uit het boek “Gevangene en toch…” van Corrie ten Boom.
To Frank Stoltz
To Frank Stoltz tekende in Ravensbruck voornamelijk portretten van medegevangenen van verschillende nationaliteiten. Zij heeft deze tekeningen bij haar bevrijding door het Zweedse Rode Kruis op 24 april 1945 uit het kamp mee kunnen nemen.
Bertha Albrecht-Hurks.
De driehoek met de ‘N’ duidt op het land van herkomst (Nederland). Onder de driehoek een wit lapje stof met het kampnummer. De driehoek had een kleur. Deze gaf de categorie aan waartoe je behoorde. Politieke gevangenen kregen bijvoorbeeld een rode driehoek.