Ravensbruck ingang

Ravensbrück was het grootste concentratiekamp voor vrouwen. Er was echter ook een aparte afdeling voor mannen, officieel een Buitenkamp van het nabij gelegen concentratiekamp Sachsenhausen.

Het mannenkamp telde vijf ‘blocks’, een mini-Krankenrevier (ziekenbarak), een werkplaats voor schoenmakers en kleermakers en een kolenhok. Dat was alles. Een hoog hek van prikkeldraad scheidde de mannen van het vrouwenkamp. Hoogst zelden kwam het voor dat een gevangene van het mannenkamp een blik kon werpen op hetgeen zich aan de andere zijde van het hek afspeelde.

13a

In de documentatie over Ravensbrück wordt over het mannenkamp nauwelijks gerept. En toch blijkt uit de kampadministratie dat dit kamp 20.000 gevangenen heeft geteld. Je kunt je afvragen hoe het komt dat daarover zo weinig bekend is geworden.  Een factor is wellicht dat het mannenkamp zeker tot 1943 het karakter van een strafkamp droeg, met als gevolg dat het merendeel van de gevangenen het kamp niet heeft overleefd.

Organisatorisch ressorteerden de mannen onder de commandant van het vrouwenkamp; verder heerste er dezelfde hiërarchie als in andere kampen. Meer dan de helft van de gevangenen werkte bij aannemingsbedrijven die in de jaren ’41 – ’42 werkzaamheden verrichtten ten behoeve van de uitbreiding van het kamp en de werkplaatsen die daar waren. Verder ontstonden grote fabrieken van onder meer het textielbedrijf Texied en van Siemens en werd Uckermark gebouwd, een concentratiekamp voor jonge meisjes.
Om dit alles te kunnen realiseren moesten eerst de moerassen die het kamp omringden worden drooggelegd en het terrein worden geëgaliseerd. Omdat van de uitgemergelde gevangenen werd geëist dat ze dit loodzware werk in looppas verrichten, vielen er in die jaren schrikbarend veel slachtoffers. Net als in het vrouwenkamp werd het kamp in de loop der jaren voller en voller en moesten de bedden met steeds meer mannen gedeeld worden.

s2